| home | NEDERLANDS | english | espaňol | português | italiano | |
Home · VIRTUELE BOER · agrarische pers · Boerderij (4/1/2000)

Boerderij (4/1/2000)

Boerderij 4/1/2000 pagina 8-11

Boerenvoorzitters geven toekomstvisie

Schaalvergroting of verbreding?
Aan het begin van het nieuwe millennium vertellen 13 voorzitters van boerenorganisaties waar de landbouw volgens hen naar toe gaat. Schaalvergroting of verbreding? Meerdere voorzitters menen dat groot en verbreed goed samengaan.

Jan Douwe van der Ploeg

DE VOORZITTER van LTO, de vakbonden en het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) geven in de eerste Boerderij van de 21e eeuw hun visie op de landbouw in Nederland. Over krassende oude platen, maatschappelijke acceptatie en een virtuele subsidiepost van één miljard gulden. Tussendoor geven ze hun oordeel over de stelling van de Wageningse hoogleraar Jan Douwe van der Ploeg dat de Nederlandse landbouw onmiddellijk moet omschakelen naar kleiner en breder boeren. Dus naar iets als agrotoerisme en natuurbeheer, huisverkoop, zorgboerderijen, enzovoort. Volgens Van der Ploeg is het beleid van het ministerie van LNV rampzalig voor boeren, omdat het enkel en alleen gericht is op schaalvergroting. Kleinere bedrijven doen het volgens hem op dit moment beter dan de grote, kapitaalintensieve bedrijven. Bovendien maakt schaalvergroting van de landbouw een 'runway industry': de boeren gaan weg uit Nederland omdat ze elders goedkoper kunnen produceren. Slechts enkele boerenvoorzitters onderschrijven de stellingname van Van der Ploeg. De meeste maken hier korte metten mee. Schaalvergroting is géén dood spoor, maar een internationale verkeersader, waar niet iedere boer zich op moet wagen. Verbreding verdient volgens de landbouwbobo's alle aandacht. Radboud Bergevoet

LTO-Nederland
Gerard Doornbos voorzitter
‘Van der Ploeg plaatst landbouw in kwaad daglicht’
“Het verhaal van Jan Douwe van der Ploeg plaatst de landbouw in een kwaad daglicht. Het suggereert dat moderne bedrijven die hun schaal vergroten, per definitie bedrijven zijn zonder aandacht voor verbreding, en dus niet voldoen aan de maatschappelijke wensen. Dat verdient de landbouw niet. Nee, Jan Douwe moet verder kijken dan z’n eigen studies. Er bestaat geen of, of. Megabedrijven hebben niet m’n voorkeur, maar ze zijn me ook niet minder lief. Dat bedrijven die zich op schaalvergroting richten Nederland verlaten, is geen nieuws. Waarom zou de groeiende belangstelling voor emigratie nadelig zijn voor Nederland? Ook de land- en tuinbouw internationaliseert. Bedrijven hebben in toenemende mate vestigingen in meerdere landen. Daar kun je gelukkig of ongelukkig mee zijn, maar het gebeurt. Het stimuleringsbeleid moet niet gericht zijn op één bedrijfstype, maar op ondernemerschap. Er is geen behoeft aan boeren die zich door wetenschappers of bobo’s laten vertellen wat ze moeten doen. Ik vraag heel veel van het ondernemerschap van boeren.”

NAV
Joop de Koeijer voorzitter
‘Alleen inzetten op kwaliteitsproductie is ongewenst’
“Schaalvergroting zal ons niet helpen de prijsontwikkeling op de wereldmarkt bij te houden. De te behalen schaalvoordelen zijn in de Nederlandse akkerbouw te beperkt. Het gevaar is, dat de landbouw verwaarloosd raakt. Op termijn betekent dat tekorten. Je kunt niet al het voedsel in de lagelonenlanden produceren. Melk is geen videorecorder. Eén gewenste schaalgrootte bestaat niet in akkerbouw. Een zuinige boer met 60 hectare kan het net zo goed doen als een machineboer met 200 hectare. De discussie moet niet gaan over schaalvergroting of verbreding, maar over hoe de wereldmarkt georganiseerd moet zijn voor duurzame landbouw. Alleen inzetten op kwaliteitsproductie is ongewenst. Er ontstaan dan eilandjes van kwaliteitsproductie in een onbeschermde oceaan van bulk. En verbreding stimuleert de duurzaamheid niet. De akkerbouwer die zich het meest op z’n eigenlijke vak concentreert, haalt de beste resultaten. De aandacht verdelen gaat ten koste van de resultaten. Verbreding is erg interessant, maar mag geen alternatief zijn voor voedselproductie.”

NMV
Gerrit Roos voorzitter

‘Boer moet redelijk aandeel krijgen van de prijs in de winkel’
“Zeer sterke schaalvergroting en megabedrijven zijn voor de melkveehouderij in Nederland geen realistische optie omdat hier het inversterings- en financieringsniveau te hoog ligt. Wel zal de gemiddelde bedrijfsgrootte geleidelijk blijven stijgen. Ik denk niet dat er veel accentverschuiving naar kwaliteitsproducten mogelijk is. Die producten produceren we namelijk nu al. Tachtig procent van de EU-zuivelproductie is bestemd voor de veeleisende Europese consument. Verbreding kan melkveebedrijven mogelijk meer inkomen geven. Het vergoedingsniveau zal dan wel fors omhoog moeten. Maar ik vind niet dat er nu een keuze gemaakt moet worden tussen verbreding en schaalvergroting. Beide moeten een plek vinden. Waarom op verbreding een subsidie terwijl boeren voor kwalitatief hoogwaardig voedsel (eerste levensbehoefte) ver onder de kostprijs moeten werken? De Nederlandse overheid en de boerenorganisaties zullen ervoor moeten zorgen dat boeren een redelijk aandeel krijgen in de prijs in de winkel. Dat is het belangrijkst.”

NVV
Wien van den Brink voorzitter

‘Boeren hebben nooit in specialisatie geloofd’
“Specialisatie is ons opgedrongen door het ministerie van Landbouw en de landbouwvoorlichting. De boeren zelf hebben nooit in specialisatie geloofd; ze zijn tegen wil en dank met die ontwikkelingen meegegaan. Ook omdat specialisatie kostenvoordelen bood. Maar de arbeid is er door verarmd. Een specialist weet steeds meer van steeds minder. Het verhaal van Van der Ploeg is niet nieuw. Hij had er tien jaar geleden mee moeten komen. Boeren aan de basis weten allang dat het zo niet moet. Minder specialisten, verbreding, vind ik prima. Maar de schaalvergroting gaat door. Als je wilt blijven produceren moet je je kunnen meten met de rest van de wereld. Van der Ploeg stapt daar te gemakkelijk overheen. Ik zou trouwens niet weten wat voor stimuleringsbeleid er nu voor schaalvergroting is. Vroeger had je de WIR, de Wet Investeringsregeling. Boeren die alleen aan landschapbeheer doen? Als de landbouw geen economische waarde meer heeft, kan ze door iedereen afgeschoten worden. En de rol van streekproductie is marginaal.”

NAJK
Monique Veraart voorzitter

‘Ook de boer die wil groeien, moet op kwaliteit mikken’
“LTO en de coöperaties gebruiken te vaak het argument dat je een minimumbedrijfsomvang nodig hebt om te overleven. Dat is voor een boer een van de slechtste pijlers om z’n keuzes op te baseren. Het gaat niet alleen meer om groei. Landbouw is ook zorgen voor landschap en recreatie. Maar sommige bedrijven hebben daar hun interesse niet liggen. Het heeft geen zin een boer te stimuleren aan agrarisch natuurbeheer te doen als hij midden in een schaalvergrotingsgebied zit. Ambtenaren zeggen over schaalvergroting: Het moet afgelopen zijn met de subsidies. Maar als ik dan vraag hoe we ooit kunnen concurreren met de Brazilianen, hebben ze geen antwoord. Produceren voor wereldmarktprijs lukt niet in Nederland. Ook de boer die wil groeien, moet mikken op kwaliteitsproducten voor de Europese consument. De pot van een miljard moet geheel naar verbreding. Er is geld voor nodig om die omslag soepel te laten verlopen.”

LTO-vakgroepvoorzitters
Jan Cees Vogelaar melkveehouderij

‘Dat de overheid verbreding zou tegengaan, is bullshit’
“Dat verhaal over verbreding is krassende oude plaat. Voor de 20.000 melkveehouderijen die straks nog over zijn in Nederland, is verbreding geen keuze. Als je tegen het wad aan zit, kom je met huisverkoop niet ver. Bovendien, mooi, lekker en fijn kun je van over de hele wereld halen. Daarin is Nederland niet onderscheidend. Met alle respect: Jan Douwe moet zich eens verdiepen in wat er werkelijk aan de hand is in de landbouw. Van dat gekwaak op een hoekje in Wageningen word ik niet goed. Dat de overheid verbreding zou tegengaan, is bullshit. Kijk eens naar de stimulering van de biologische landbouw: daar gaat veel geld naartoe. Het ministerie richt zich juist te veel op verbreding en te weinig op bedrijven die willen groeien; het beleid zou zich meer moeten richten op de geflipte ondernemer. De echte creatieveling, waarvan iedereen nu zegt: die is hartstikke gek. In plaats daarvan gaat het naar activiteiten die ieder doet. Brinkhorst zelf is realistisch, die begrijpt goed dat terug naar grootmoeders tijd geen optie is. Wat de mensen wel willen, is voedsel dat veilig en duurzaam is geproduceerd. Die kwaliteit kunnen grootschalige bedrijven uitstekend leveren. Ik ken biologische melkveehouderijen met meer dan 700.000 kilo quotum en een melkrobot.”

Aike Maarsingh akkerbouw

‘Het gemengde bedrijf heeft m’n voorkeur’
“De agrarische sector ziet er anders uit dan vroeger. Het gaat niet meer alleen om produceren, maar ook om de manier waarop je produceert. Op dat punt ben ik het met Van der Ploeg eens. Maar dat betekent absoluut niet dat er geen ruimte meer voor schaalvergroting is. Wat telt, is dat de boer duurzaam produceert. Het gemengde bedrijf is naar mijn mening de meest duurzame vorm van landbouw. Daar geef ik de voorkeur aan. Hoewel je in iedere teelt een specialist moet zijn, vind ik specialisatie op één teelt geen goede keuze. Nu is het Zuiden erg gespecialiseerd in intensieve veehouderij. Maar het is idioot dat de mest over 300 kilometer getransporteerd wordt. De overheid moet allereerst naar de ondernemer kijken, en niet voor één bepaald spoor kiezen. En de overheid zou de boer meer in moeten schakelen bij het behoud van landschap en natuur. Dat bespaart ze nog geld ook: de boer kan dat veel efficiënter. Groot en gemend kan heel goed samengaan. Maar echte grote bedrijven zoals in Oost Europa krijgen we hier nooit. Er zullen nooit veel akkerbouwbedrijven van 2000 hectare komen, of melkveebedrijven van 5.000 koeien. Dan gaat de leukigheid er vanaf. Het Nederlandse landbouwmodel is een groot goed. Wat is er mooier dan bloeiende aardappelvelden?”

Chris van Gisbergen varkenshouderij

‘Produceren wat maatschappelijk acceptabel is’
“Kwaliteit heeft niks te maken met schaalgrootte. Het bedrijf van de toekomst moet werken aan maatschappelijke acceptatie. Dat is de enige rechtvaardiging om in dit kikkerlandje te mogen produceren. Gij zult datgene produceren wat de markt vraagt en wat maatschappelijk acceptabel is. Maar om verantwoord te produceren, heb je volume nodig. Ga maar eens investeren in mestverwerking. Als je de schaalgrootte vergeet, kom je aan verbreding niet meer toen. Jan Douwe’s doel wordt eerder bereikt met een sterke sector dan met een verzwakte. We gaan wel voor kwaliteit. In Europa wordt niet bulk leidend, maar kwaliteit. De overheid moet daarbij betrokken zijn. Voor de Nederlandse varkenshouderij zeggen we: minder maar beter. Haal vlees uit de anonimiteit. Produceren voor bulkmarkt betekent voor de Nederlandse landbouw op den duur einde oefening. De kosten zijn hier nu eenmaal structureel hoger dan in andere landen. De pot subsidie van een miljard moet naar het bedrijf van de toekomst, naar ondernemers die oog hebben voor de samenleving, dierengezondheid en milieu. Verder moet het naar de stimulering van gesloten productie. Er zijn nog te veel contactadressen, en te veel verplaatsingen van dieren. Ook moet aan de kostenkant nog het een en ander gebeuren.”

LTO-regiovoorzitters
Anton Vermeer ZLTO

‘We doen veel te weinig aan marktontwikkeling’
“Wil je in sommige gebieden verder als boer, dam moet je verbreden. Wil je dat niet, dan moet je verplaatsen, binnen Nederland, in Europa of daarbuiten. Maar het is een veel grotere kunst om je te verdiepen in de vraag van de consumenten om je heen. De boeren in nichemarkt, zoals de biologische boeren, zitten veel dichter bij de consument dan de hele groten. In Nederland doen we veel te weinig aan marktontwikkeling. Onze collega’s in het buitenland zitten in een thuismarkt. Daar moeten wij als exportland proberen tussen te komen. Het lukt ons onvoldoende om strategie te bepalen. Bij LNV mis ik visie. Het stimuleringsbeleid moet verschillende ontwikkelingen versterken. Je moet niet op één richting mikken. Want dan ontwricht je de markt. Kijk naar de biologische melkveehouderij in Denemarken. De biologische zuivelmarkt is daar overspoeld, waardoor de prijs is gedaald. In delen van Nederland trekt de kwaliteit van het landschap veel mensen aan. Voor wie dat landschap in stand houden moet een vergoeding komen, bijvoorbeeld door een toeristenbelasting. Aan de andere kant zijn er melkvee- en akkerbouwbedrijven die blijven groeien. Waar de grens ligt is moeilijk aan te geven. Je kunt in Nederland niet de schaalgrootte van Amerika of Polen realiseren.”

Koos Koolen LLTB

‘Alle boeren moeten waarde toevoegen aan hun producten’
“De diversiteit neemt toe: schaalvergroting én verbreding en verdieping en alles daartussenin. Alleen inzetten op schaalvergroting is een doodlopend spoor. Bij verdieping integreert een boer meerdere schakels in de keten, bij verbreding hebben we het over zaken als agrotoerisme en natuurbeheer. Soft? Dat is flauwekul. In de visie van LLTB benadrukken we het Limburgse. Limburg staat nog ergens voor. Daar maken we gebruik van. We zijn voor de samenleving niet langer onmisbaar als voedselproducent. Maar boeren zijn ook beheerder van het landelijk gebied. Hoe kunnen we ze daarvoor betalen? Een andere inrichting van het gemeentefonds is een mogelijkheid. De uitkering die gemeenten uit dat fonds krijgen, is nu gericht op het aantal inwoners, niet op de kwaliteit van de groene ruimte. Hoe meer inwoners, hoe meer premie. Dat moet een mix worden van aantal inwoners en kwaliteit van het landelijk gebied. Het hoge kostenniveau in Nederland betekent dat alle boeren naar een hoger segment toe moeten, meer waarde moeten toevoegen. We moeten ons richten op de koopkrachtige Europese consument. De instrumenten om die nieuwe landbouw te vermarkten, behoeft nog versterking. De pot van f 1 miljard moet daarom ingezet worden voor innovatie.”

Jan de Groot WLTO

‘Nieuw gemengd bedrijf ontstaat: grootschalig én verbreed’
“Een grootschalig bedrijf kan heel goed verbreden of verdiepen. De randvoorwaarden aan de landbouw worden zo streng, dat je er alleen aan kunt voldoen als je enige omvang hebt. Juist bij de grotere bedrijven is er ruimte voor hoge kwaliteitsnormen, dierenwelzijn en goede arbeidsomstandigheden. Ik zie dan ook een nieuwe vorm van gemengde bedrijven ontstaan, waarbij schaalvergroting en verbreding hand in hand gaan. Denk aan een melkveehouderij met een complete zuivelwinkel. Verbreden doe je niet meer op gevoel. Het moet een ondernemerskeuze zijn. Het stimuleringsbeleid moet daarom op de kwaliteiten van de ondernemer gericht zijn, niet op het type bedrijf. Wel verdient verbreding onze volle aandacht. Hier in het dichtbevolkte Westen worden we gedwongen om omgevingsaspecten op te nemen in onze bedrijfsvoering. Maar het lukt ons onvoldoende om extra inkomsten te halen uit die landschappelijk en recreatieve functie. Het aantal bedrijven zal sneller teruglopen dan de huidige drieëneenhalf procent per jaar. De schaalvergroting gaat door. Boeren die een echt megabedrijf willen, zullen moeten emigreren. Dat is geen bedreiging voor de landbouw. Het gat dat achterblijft, wordt binnen de kortste keren opgevuld door de buren of een opvolger.”

Albert Lanting NLTO

‘Mij pot van f 1 miljard gaat grotendeels naar verbreding’
“Er komt een einde aan schaalvergroting. In Nederland leven te veel mensen op een te kleine oppervlakte. Er komt een ombuiging, daar heeft Jan Douwe gelijk in. Daar moeten we meer aandacht aan besteden. Met name aan het traject van rechtstreekse verkoop van duurdere, speciale producten aan de consumenten. In Frankrijk heeft elke streek z’n eigen producten, die ook bij iedere inwoner van die streek op tafel komen. Ze maken daar een echt feest van de maaltijd. In Italië hetzelfde verhaal. Parmezaanse kaas wordt daar voor f20 per kilo afgezet. Bij de modernste fabriek van Friesland Coberco in Workum gaat de kaas voor f7 per kilo de deur uit. De Nederlandse zuivelindustrie gooit het alleen op schaalvergroting. De criticasters zullen zeggen dat Nederland geen eetcultuur geeft, maar nu is alles massaproductie. Laten we daar wat aan doen. En dan heb ik het niet over ambachtelijk gefrutsel van voor de oorlog, maar moderne landbouw. Voor speciale producten heb je ook bedrijfsomvang nodig. In de Italiaanse fabriek van de Parmezaanse kaas staat dezelfde moderne machine als in Workum. Er moet meer geld naar verbreding, naar de ontwikkeling van kwaliteitsproducten. Mijn pot van f1 miljard gaat voor eenderde naar schaalvergroting en voor tweederde naar verbreding.”

Jos Roemaat GLTO

‘Ik ben geen voorstander van veel subsidie voor verbreding’
“Schaalvergroting is voor veel boeren niet haalbaar. Voor sommigen om economische redenen, voor anderen vanwege het gebied waarin ze zitten, in de Achterhoek en Zuid-Limburg kun je schaalvergroting vergeten. In dat opzicht is de bijdrage van Van der Ploeg waardevol. Want het is voor veel ondernemers moeilijk om toe te geven dat de tot nu toe gevolgde strategie - enkel schaalvergroting - niet langer de juiste weg is. Maar dat betekend niet dat schaalvergroting helemaal gestopt moet worden. Dan sla je door. Van alle landbouwproductie is 75 tot 80 procent afkomstig van grootschalige bedrijven. Voor een melkveehouder in het Noorden is verbreding niet het allerbelangrijkste. Wat er moet gebeuren met de subsidiepot van 1 miljard? Ik ben er geen voorstander van om veel subsidie in verbreding te steken. Verbreding moet uit de hobbysfeer komen. Verbreders moeten hun inkomen uit de markt halen. Het gaat om een ondernemersaanpak. Het stimuleringsgeld moet je inzetten op ondernemerskwaliteiten, op scholing van ondernemers en het ontwikkelen van nieuwe product/marktcombinaties. Anders stimuleer je iets waar uiteindelijk geen markt voor is. Ook een boer die wil groeien, komt voor keuzes waarbij hij steun kan gebruiken. Ook voor hem moeten er middelen zijn.”.
NIEUW

Jan Douwe van der Ploeg
Formerly Professor and Chair of Rural Sociology and Emeritus professor of Transition Studies at Wageningen University (WUR), the Netherlands and Adjunct Professor of Rural Sociology at the College of Humanities and Development Studies (COHD) of China Agricultural University (CAU) in Beijing, China.
e-mail: klik hier